De ingang van de mijnen, een grote massieve poort die zich enkel opend voor zijn volk. De poort ligt in het begin van de berg en is omringt door een mos groen gekleurd moeras, een moeras dat niet gevaarlijk is.
Hier vind je de gangen die nog verlicht worden en de 'huizen' van de Barmí ook heb je hier een grote en open ruimte wat veel Barmí als ontmoetingsplek zien. De gangen zijn verstevigd met stenen pilaren en gebouwd uit enkel aarde.
De gangen die niet langer verlicht zijn, daar waar de Hargìball wezens hun weg vinden. Sommige Barmí wagen zich hier, met enkel een lantaarn op maat gemaakt. De gangen zijn iets zwart uitgeslagen door het as afkomstig van de duistere wezens.